Wat is het urinewegstelsel en hoe werkt het?
De normale terugkerende functie van het legen en opslaan van urine wordt de mictiecyclus genoemd. Het is verdeeld in een vul- en ledigingsfase. Hierbij is er een interactie tussen het zenuwstelsel en de lagere urinewegen. Het is belangrijk dat alle delen van het urinewegstelsel samenwerken om normaal te plassen. Het urinewegstelsel bestaat uit de nieren (A), urineleiders (B), blaas (C) en plasbuis (D).
De functie van het urinewegstelsel
De nieren zijn grote, boonvormige organen die zich aan de achterkant van de buik bevinden, aan weerszijden van de wervelkolom. Ze verwijderen afvalproducten door urine te produceren. Met een netwerk van kleine buisjes (nefronen) kunnen stoffen worden gefilterd. De nieren regelen de hoeveelheid water in het lichaam. Over het algemeen produceren mensen ongeveer 1,5 liter urine per dag.
De urineleiders voeren de urine af van de nieren naar de blaas. Het zijn 2 buisjes van 25-30 cm lang, bekleed met glad spierweefsel. Door middel van peristaltiek wordt de urine naar beneden verplaatst. De urineleiders komen uit aan weerszijden van de driehoekige blaasbodem (het trigonum), een klep voorkomt terugvloeiing van urine naar de nieren.
De urineblaas is een hol orgaan dat urine opslaat en zich in het bekken boven en achter het schaambeen bevindt. De elastische en (voornamelijk glad-)gespierde wand van de blaas wordt de detrusor genoemd en kan uitrekken om een gemiddeld volume van 400-600 ml urine vast te houden. De binnenkant van de blaaswand is bedekt met verschillende lagen epitheel (mucosa). Het slijmvlies wordt als het ware opgevouwen wanneer de blaas leeg is, maar strekt zich uit als de blaas zich vult. Het is normaal om 4-8 keer per dag te plassen (0-1 keer 's nachts), normaal gesproken is dat 200-400 ml per keer.
Veel voorkomende problemen met het urinewegstelsel
We zijn allemaal verschillend en niet alle urinewegproblemen zijn even ernstig. Sommige, zoals incontinentie en urineweginfecties (UWI's) komen vaker voor dan u misschien denkt. En er zijn veel mogelijkheden voor de behandeling en het beheer van deze aandoeningen.
In deze sectie richten we ons op de meest voorkomende vormen van urinewegcomplicaties (plasproblemen) waarbij intermitterende katheterisatie deel kan uitmaken van de behandelingsoplossing. Dit is alleen bedoeld ter informatie. Als u denkt dat u enkele van de symptomen heeft die we beschrijven, neem dan zo snel mogelijk contact op met een zorgverlener. Klik in de onderstaande lijst voor meer informatie over elke categorie.
Verder lezen: veel voorkomende urinewegproblemen
-
Urineretentie
Als u problemen ondervindt bij het legen van uw blaas in het algemeen of niet in staat bent om uw blaas volledig te legen, wordt dit urineretentie genoemd.
-
Urine-incontinentie
Bij urine-incontinentie ervaart u onvrijwillig urineverlies als gevolg van een verminderde controle over de blaas. Mensen vermijden het vaak om hulp te zoeken omdat ze het gênant vinden, wat betekent dat de aandoening soms onbehandeld blijft.
-
Urineweginfecties
Urineweginfecties (UWI's) treden op wanneer bacteriën de kans krijgen om te groeien in de plasbuis en blaas. Net als bij elke andere vorm van infectie geldt hoe langer het onbehandeld blijft, hoe ernstiger de complicaties kunnen zijn.