Het urinewegsysteem zorgt voor het verwijderen van afvalstoffen en overtollig vocht in het lichaam door het maken en verwijderen van urine.
Het is belangrijk dat alle delen van het urinewegsysteem samenwerken om normaal te kunnen plassen. Het urinewegsysteem bestaat uit twee nieren, twee urineleiders, een blaas en een plasbuis.
A = Blaas
B = Interne sfincter
C = Externe sfincter
D = Nier
E = Nierbekken
F = Urineleider
G = Bekkenbodemspieren
H = Plasbuis
De vrouwelijke anatomie bestaat uit de plasbuis van 3-5 cm die begint bij de blaashals en door de bekkenbodemspier uitkomt bij de urethrale opening (meatus) tussen de clitoris en de vagina. Voor passieve continentie is het belangrijk dat het slijmvlies van de plasbuis (die bestaat uit een mengsel van glad- en dwarsgestreept spierweefsel) elastisch is en goed van bloed wordt voorzien. Daarvoor is het vrouwelijke hormoon oestrogeen verantwoordelijk.
Wanneer de vrouw in de menopauze komt, neemt de oestrogeenproductie af waardoor de slijmvliezen in het genitale gebied en de plasbuis kwetsbaarder, droger en minder elastisch worden. Symptomen zoals urineverlies, terugkerende urineweginfecties en pijn tijdens geslachtsgemeenschap komen vaak voor.
Anatomie van de vrouw
A = Blaas
B = Schaambeen
C = Plasbuis
D = Blaasspier
E = Externe sfincter
F = Bekkenbodem