key:article.publicationhighlight Ortega et al., Technieken in Coloproctologie, 2022
Ortega et al. voerden deze retrospectieve studie uit in een bekkenbodempoli om de invloed van obstipatie op urogenitale symptomen bij vrouwen te evalueren. Darmproblemen bij vrouwen worden in verband gebracht met de aanwezigheid en ernst van urogenitale symptomen en worden in verband gebracht met bekkenbodemdisfunctie. De oorzaken van chronische obstipatie bij vrouwen variëren. Klinische studies tonen een verband met bekkenbodemdisfunctie, waarbij maar liefst 50% van de mensen met obstipatie ook een bekkenbodemdisfunctie heeft. Het is echter niet duidelijk of het de bekkenbodemdisfunctie is die obstipatie veroorzaakt of juist het tegenovergestelde. Wat wel bekend is, is dat de darmlediging en de urinefysiologie neurale paden delen, wat het naast elkaar bestaan van de symptomen verklaart.
Wat zijn urogenitale symptomen?
Er zijn verschillende urogenitale symptomen die gerelateerd kunnen zijn aan obstipatie en bekkenbodemdisfunctie. Inspanningsincontinentie, urgency, urinefrequentie, nycturie en urineretentie zijn veelvoorkomende urinaire symptomen. Vrouwen met obstipatie maken ook vaak melding van dyspareunie (pijnlijke geslachtsgemeenschap), een gevoel van onvolledige blaaslediging en vaginaal persen om de urinelozing op gang te brengen of te voltooien.
Urogenitale symptomen zoals urine-incontinentie, problemen met het ledigen van de blaas, pijn, enz. kunnen worden geëvalueerd met een gevalideerde vragenlijst, de UDI-6. Dit instrument geeft de mate aan hoe hinderlijk de symptomen zijn met een bereik van 0 tot 100, waarbij hogere scores duiden op meer hinder.
Obstipatie bij vrouwen
Obstipatie werd in dit onderzoek gedefinieerd aan de hand van de Rome IV-criteria, waarbij functionele obstipatie wordt beschreven als het ervaren van ten minste twee van de volgende symptomen bij 25% van de stoelgang in combinatie met een afname in de frequentie van de ontlasting:
- Harde ontlasting
- Persen
- Gevoel van onvolledige lediging
- Gebruik van digitale manoeuvres
- Gevoel van anorectale obstructie of verstopping
Obstipatie komt vaak voor bij vrouwen en bij mensen ouder dan 65 jaar. Een manier om de ernst van obstipatie te meten is het gebruik van de CSI vragenlijst. De CSI-score loopt van 0 tot 73, waarbij een hogere score wijst op ernstiger symptomen. De vragenlijst heeft 3 subschalen voor obstructieve defecatie, trage transittijd en een pijnschaal. In het hier samengevatte onderzoek werden vrouwen in groepen verdeeld op basis van hun obstipatiesymptomen:
- hoge CSI-score
- lage CSI-score
- geen obstipatie
Obstipatie en urogenitale symptomen
Aan dit onderzoek namen 875 vrouwen met chronische obstipatie en 596 vrouwen zonder obstipatie deel. De vrouwen met chronische obstipatie rapporteerden vaker:
- Hesitatie te urineren
- Gevoel van onvolledige blaaslediging
- Vaginaal herpositioneren van de blaas (bij anterieure prolaps)
- Dyspareunie
Een ander symptoom gerelateerd aan obstipatie was nycturie. Dit werd vaker gemeld door vrouwen met obstipatie, die bij meer dan 75% van hun stoelgang moesten persen.
Ernst van obstipatie beïnvloedt urogenitale symptomen
Van de 875 vrouwen met obstipatie hadden er 672 een lage CSI-score en 203 een hoge CSI-score, wat duidt op ernstiger symptomen van obstipatie. De tweede groep had significant hogere UDI-6 scores, hetgeen betekent dat ze meer last hadden van urogenitale symptomen. De vrouwen met ernstigere obstipatie rapporteerden ook vaker het moeten herpositioneren van de blaas voor volledige blaaslediging en dyspareunie.
De bevinding dat ernstigere obstipatie gepaard gaat met ernstigere urogenitale symptomen suggereert een nauw verband tussen de symptomen. Een minder sterk punt in het onderzoek was dat chronische obstipatie niet was onderverdeeld in verschillende subtypen, zoals functionele obstipatie, slow transit obstipatie of obstructieve defecatie. Obstructieve defecatie is meer gerelateerd aan de bekkenbodemfunctie en bij dit subtype zou een sterkere associatie verwacht kunnen worden.
Noodzaak van een multidisciplinaire aanpak
De auteurs concluderen dat aangezien obstipatie en de ernst ervan van invloed zijn op urogenitale symptomen, het belangrijk is om zowel urogenitale als darmsymptomen te beoordelen om goede zorg te kunnen bieden. Dit is met name belangrijk omdat urine-incontinentie vaak wordt behandeld met anticholinergica die constiperend kunnen werken. Om de kwaliteit van leven voor patiënten met bekkenbodemdisfunctie te verbeteren, zou een zorgvuldige balans van behandelingen die alle symptomen in overweging neemt de gouden standaard moeten zijn.